Activiteiten


GENESIS LEZEN MET RABBIJN JONATHAN SACKS

In onze tweede bijeenkomst zijn we begonnen met de bespreking van de eerste ‘Parasja’ – de week-sabbat-lezing uit de Tora. Dankzij Sacks zijn we ons er goed van bewust dat we met ons gesprek over de betreffende genesis-hoofdstukken aansluiten bij een eeuwenoude traditie. Volgens de joodse traditie heeft Mozes naast de schriftelijke Tora ook de zgn. ‘mondelinge leer’ van God ontvangen. Die ‘mondelinge leer’ bevat de uitleg van Tora. Ofwel, de gave van Tora was van meet af dialogisch van aard, gericht op gesprek. In de joodse traditie is bovendien dat gesprek door eeuwen heen opgetekend. Daarmee ontstaat door de generaties heen een doorgaande lijn in dat gesprek. Het Tora-commentaar van Sacks dat wij lezen is een kostbare loot aan die eeuwenoude stam. Waarmee ons gesprek in de Hengelose Wat-er-staatskerk óver Sacks’ commentaar voor dat moment dus even het uiterste puntje was van die eeuwenoude dialogische lijn. “Het is onmogelijk dat een bijeenkomst van het leerhuis eindigt zonder een nieuwe interpretatie”, zo bemoedigden ons de oude leraren voor ons gesprek. Iets anders gezegd: Tora, de Wet, is op zich een dode letter. Tora komt pas tot leven in het levende gesprek, hier en nu, op deze plaats, in deze tijd, in deze context. En ja, die context, het ingewikkelde leven anno 2024, deed dus echt mee, die ochtend. In ons gesprek kwamen de oude teksten werkelijk tot leven. Centraal stonden de kernthema’s uit de eerste Genesishoofdstukken: Wat is een mens… wie zijn wij als mensen voor elkaar… en wie zijn wij in relatie met de Eeuwige? Op dergelijke vragen bestaan tal van grote abstracte filosofische antwoorden. Maar het verhaal van Genesis, waarin het over die vragen gaat, staat veel dichter bij ons eigen leven. Het gesprek ging écht over óns. Mooiste moment van de ochtend: de ontdekking (dankzij Sacks) dat vanaf het moment dat de mens aan de vrouw een eigen naam geeft (Eva, moeder van het leven) ook de Eeuwige in Tora met een eigen Naam (de vierletternaam) wordt beschreven. Pas in ons dialogisch tegenover-zijn worden we echt mens, als beeld van God.

Stelling:
“Alleen als we met elkaar omgaan als personen met een onvoorwaardelijke waardigheid nemen we het ‘beeld van God’ in de ander serieus. In zekere zin is het gehele jodendom een uitgebreid commentaar op deze gedachte.”

Het moge duidelijk zijn dat zó met elkaar in gesprek gaan, geconcentreerd én genuanceerd, tijd vraagt. We hebben daarom ons tempo gehalveerd: Eén ‘Parasja’ per bijeenkomst. Volgende keer dus Noach.
Jaco Zuurmond



Voor jeugdactiviteiten zie: https://waterstaatskerk-hengelo.nl/jeugdactiviteiten/