Overweging

Preek is van 17 september (2023) van ds. Wachtmeester

Tekst: Gen.45:12

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, geliefde mensen.

De mantel der liefde.

Dat is het thema voor deze zondag aan het begin van de Vredesweek.

Er is een hele voorbereiding aan vooraf gegaan om dit thema zo te durven neerzetten.

Die mantel der liefde: wat is daar al niet onder verborgen.

Ik kan me voorstellen dat er onder ons mensen zijn die welhaast onpasselijk worden bij het horen of lezen van deze vier woorden.

En om dat maar gelijk te zeggen: daar gaan we ook niets aan afdoen, ook niet goedpraten.

Want die mantel der liefde herbergt ongelooflijk veel onrecht.

En zo willen we dit thema vandaag per sé niet lezen.

Als herberg voor onrecht.

Het gaat vandaag om een mantel, waar liefde in de meest zuivere vorm de plaats inneemt van het onrecht daarmee het onrecht dus verdrijft.

Daarvoor is het nodig dat we allemaal doen alsof we een mantel dragen.

En dat doen we ook, in figuurlijk zin, een mantel dragen.

Waar veel onder wordt verborgen.

Waar soms je ware “ik” onder verborgen blijft, een mantel die jou een aanzien geeft in de wereld van iemand die je niet werkelijk bent.

Dat klinkt ingewikkeld, ik zal het eenvoudig maken.

Zelf draag ik een gebedsmantel, een albe, of hoe je dit kleed ook noemen wilt.

Dat maakt dat jullie me allemaal zien als dominee, wat ook de bedoeling is.

Een dominee die aan de hand van teksten uit de Bijbel iets laat doorklinken van God in je leven.

Ik hoop dat je dat vandaag ook zult ervaren.

Maar onder deze mantel gaat een mens schuil die al een hele geschiedenis met zich meedraagt.

Een geschiedenis van God in z’n leven, maar ook een geschiedenis waar God meer invloed had moeten hebben.

Om maar met een paar mooie woorden te zeggen dat onder deze mantel bepaald geen heilige schuilgaat.

Ik vermoed zomaar dat dat geldt voor ieder van ons.

Dus terug naar je eigen mantel en wat daaronder schuil gaat.

Een mooi mens en tegelijk een beschadigd mens.

Een mens die opstaat tegen onrecht en tegelijk een mens die verkeerd heeft gedaan.

Een mens die een ander kan negeren en tegelijk een mens die hartstochtelijk kan liefhebben.

Maar misschien moeten we niet zeggen dat dit allemaal ónder die mantel schuilgaat.

Want je kunt met alles wat in je is proberen dat die mantel je bedekt en jou uitsluitend laat zien zoals je gezien wilt worden, maar dat gaat je niet lukken.

Een ander ziet bij tijd en wijle dat die mantel zelf al is gemaakt van al die gebeurtenissen in je leven.

Mensen weten vaak meer van je dan je lief is.

Soms terecht, soms onterecht.

Deze vredesweek biedt ons de kans die mantel in al z’n facetten te ontdekken.

Alle stukjes waaruit die mantel is opgebouwd.

En er dan goed mee te doen!

Gladde stukjes van mooie gebeurtenissen, ruwe stukjes met dingen waar je liever niet aan herinnerd wilt worden, stukjes met rafelranden die je misschien ook liefst vergeet of waarmee je ander juist graag zou willen confronteren.

Het wordt tijd de verzen erbij te nemen die we gelezen hebben in de Bijbel.

Jozef.

Een van de twaalf zonen van Jakob.

Het is een ingewikkeld gezin waarin hij geboren is.

Twee vrouwen waarmee Jakob officieel getrouwd was en daarnaast slavinnen van zijn vrouwen die tegelijk bijvrouwen werden van Jakob.

En bij al die vrouwen had hij kinderen.

Waarbij Jozef de absolute favoriet was, zoon van de enige vrouw waar Jakob echt van gehouden heeft.

Wij zouden zeggen: hét recept voor gedonder.

En dat kwam er dan ook.

Jozef kreeg eens van zijn vader een mantel die zó mooi was dat hij wel een koning leek.

Er wordt wel gezegd dat deze mantel was gemaakt van de trouwjurk van zijn moeder Rachel.

Dat versterkte de jaloezie van zijn broers natuurlijk.

Hun moeders telden niet echt mee en zelf waren ze ondergeschikt aan Jozef.

Die prachtige mantel, met andere woorden, straalde niet bepaald alleen schoonheid uit.

Die mantel voedde de haat.

En dat heeft Jozef geweten.

Dat heeft zijn vader Jakob geweten.

Maar zijn broers ook.

Die haatmantel heeft het gezin verscheurd en gedompeld in een verdriet dat niemand meer te boven had kunnen komen.

Tenzij…

Er volgen verhalen over Jozef, die door vele diepe dalen moet gaan.

Maar die zich in ieder diep dal staande wist te houden door oprecht te blijven.

Op een of andere manier ging die koningsmantel en daarmee zijn moeder met hem mee, terwijl de haat zich vermenigvuldigde.

Totdat er een moment komt dat het recht het wint van het onrecht.

Jozef komt in een positie waarin hij goed kan doen.

In een tijd van hongersnood komt hij, als onderkoning van Egypte, tegenover zijn broers te staan.

De ultieme kans om zich te wreken.

En ja, er moet nog wel wat uitgepraat worden.

Zijn broers moeten de bodem van de gifbeker zien waarmee ze zich van Jozef ontdaan dachten te hebben.

Jozef brengt ze in een positie waarin ze kant meer op kunnen, letterlijk niet omdat ze hun vader niet meer onder ogen durven komen, en geestelijk niet omdat ze zichzelf niet meer onder ogen kúnnen komen.

Als wij spreken over vrede in een vredesweek dan is hier veel te leren.

Vrede is niet een handtekening onder een document.

Voor vrede komt pas ruimte als de ruziemakers geen kant meer op kunnen.

Letterlijk niet en geestelijk niet.

Zolang dat niet gebeurt vallen er alleen maar slachtoffers.

In de wereld zien we hoeveel.

Jonge mensen die op het offerblok worden gelegd van de militaire macht.

Hele volken die op het offerblok worden gelegd van de welvaart van andere volken.

Een schepping die op het offerblok wordt gelegd van de uitbuiting.

Geld, macht en seks.

Middelen die de liefde aan kunnen jagen, maar evengoed de haat vermenigvuldigen.

Het verhaal van Jakob en zijn zonen als beeld van de grote wereldgebeurtenissen.

En als beeld van de kleine, huiselijke geschiedenissen.

Ja, dat ook.

Vrede gaat niet alleen over wat er in het groot gebeurt in de wereld.

Het gaat ook over wat er in het klein gebeurt in het leven van een mens.

In het klein, maar op menselijk niveau met heel grote gevolgen.

Wat zit er onder die mantel die je draagt?

Uit welke delen is jouw mantel gemaakt?

Dat klinkt behoorlijk negatief.

En laten we er ook maar geen mooi verhaal van maken, zo mooi is die mantel van liefde niet.

Maar… hier eindigt het verhaal niet.

In Egypte staat Jozef tegenover zijn broers, die kapot zijn.

Het is genoeg.

Er moet ruimte komen voor leven.

Voor liefde.

Voor genezing van die wonden die al zo oud zijn en diep ingekerfd.

Zijn broers, die hem niet herkennen in de onderkoning van Egypte.

Er moet ruimte komen voor een nieuw begin.

De mantel van Jozef is niet alleen een haatmantel geweest of een mantel van bloedvergieten.

Het is ook een mantel van liefde en genegenheid, van gezien en gekend zijn bij God.

Zo heeft Jozef dat aan zijn broers uitgelegd.

Ik ben het zelf die met jullie spreekt, zegt Jozef.

Dat zijn woorden die we vaker horen in de Bijbel.

En dan gaat het om de aanwezigheid van God.

God, die een nieuw begin maakt, die mensen uit een kansloze en vastgelopen situatie bevrijdt.

In wezen zijn deze woorden niet anders dan een herschepping.

Wat er ook gebeurt in je leven, het gaat nooit aan God voorbij.

Dat geldt ook voor jou.

Wat er onder je mantel zit, de gebeurtenissen die jouw mantel hebben gekleurd, daar is ook altijd de nabijheid van God in te ontdekken.

Ook als vrede voor jou onmogelijk lijkt, als verhoudingen niet deugen, dan nog ben je een kind van God zoals Jozef een kind van God bleef.

Dan nog blijf je een mens die in staat is liefde te schenken, er voor anderen te zijn, een nieuw begin te maken en vooral ook een mens die met opgeheven hoofd in de spiegel kan kijken.

God gaat met je mee.

De mantel der liefde.

Er zit nog een aspect aan die mantel.

Het is ongekend hoeveel liefde die mantel kan herbergen ondanks al het andere dat er ook is.

En hoeveel steun een ander kan hebben van jouw mantel.

Je hebt soms geen idee wat je voor een ander hebt betekend, in een woord, een aanraking, een gebaar of gewoon door je aanwezigheid.

Als Jezus onderweg is met veel mensen om zich heen, voelt hij dat er kracht van hem was uitgegaan.

Iemand heeft zijn mantel aangeraakt, doelbewust.

Het is bijna een laatste, wanhopige actie van een vrouw die al haar geld heeft uitgegeven aan dokters om maar genezen te worden van haar bloedingen, die al twaalf jaar duren.

Twaalf, het is getal dat in de Bijbel aanduidt hoezeer God en de aarde op elkaar betrokken zijn.

Jozef en zijn broers, het zijn er twaalf.

De stammen van Israël, het zijn er twaalf.

De leerlingen van Jezus, het zijn er twaalf.

Allemaal verwijzingen naar de aanwezigheid van God die zijn schepping niet loslaat; nooit.

De mantel van Jezus herbergt uitsluitend die aanwezigheid van God, zijn liefde, zijn kracht, zijn vrede.

De vrouw overkomt het, wordt genezen, en vertrekt in vrede.

Als wij spreken over vrede en over de mantel der liefde, moet het daarom altijd daarover gaan: over God die je de vrede geeft om een nieuw begin te maken.

Hoe jouw mantel ook is opgebouwd of wat je er ook maar onder verbergt, ontdek hoe Gods scheppende aanwezigheid je de kracht geeft iedere dag als een nieuwe dag te ontvangen.

Amen.


Preek is van 2 juli (2023) van ds. Wachtmeester


Tekst: Mt.10:34

Gemeente van onze Heer Jezus Christus.

Wat een akelige situatie beschrijft Jezus in het evangelie.

Hij zet de zaken op scherp: als je Jezus volgen wil moet je, zo horen we, bereid zijn te breken met de mensen die je lief zijn.

Als je daar niet toe bereid bent, ben je Jezus niet waard. Met recht heet dat een kruis.

In de geschiedenis van de kerken kennen we talloze voorbeelden van mensen die de banden met hun familie kwijtraakten toen groepen mensen zich afsplitsten en een eigen kerk stichtten.

Generaties lang eKerde het door dat dit nu eenmaal de consequentie is als je Jezus volgen wilt.

Waarbij expliciet werd gezegd dat de ander niet Jezus volgde maar in een valse kerk zat.  Alsof Jezus zich liet ontvoeren van kerk naar kerk en niet meer de verlosser wilde zijn van wie hem daarvoor nog lief waren.


Het lijkt volkomen in tegenspraak te zijn met andere teksten in de Bijbel, als Jezus spreekt over het zwaard en over huisgenoten die elkaars vijanden zullen zijn.

Is het waar, dat hij niet gekomen is om vrede te brengen op aarde? Hoe zit het dan met de engelenzang in de Kerstnacht?

Vrede op aarde zongen zij.

Hoe zit het dan met al die mensen die na een ontmoeting met hem vrede vonden in hun leven, als ziekten van hen werden weggenomen en het kwaad hen vergeven werd?

Hoe zit het überhaupt met vergeven als de vijandschap tussen huisgenoten noodzakelijk is om een volgeling van Jezus te kunnen zijn?

Net als al die gedeelten over oorlogen in de Bijbel, zou je dit gedeelte liever overslaan en weer horen over Jezus die zich ontfermt.

Over schapen, over blinden, over zieken, over mensen die hem volgen door hun oude leven achter zich te laten, over prachtige gelijkenissen.


Er staat zoveel moois in de evangeliën!

Telkens wordt het kwade in een mensenleven teruggedrongen en krijgen mensen een nieuwe kans.

Soms houd je je adem in, maar de meeste verhalen kennen een goed einde. Net als in sprookjes waarin het goede altijd overwint.

Zelfs de dood van Jezus is niet het donkere eind van zijn leven, maar zijn leven kent een vervolg in het licht, bij God.

Maar misschien raken we daar ook wel de kern van wat we horen. Of van wat we het liefst willen horen: een sprookje.

Dat dan wel een vervolg krijgt in de realiteit van ons eigen leven. Ook dat moet een goed einde kennen.

Het is onverdraaglijk dat het kwaad het laatste woord krijgt. Dat de dood het einde is van alles.

Zelfs mensen die geen woord geloven van een leven in het hiernamaals, zoeken houvast in de wens dat de overledene op een of andere manier bij hen blijft, hen helpt.

Tegen hun kleinkinderen zeggen ze dat opa of oma nu een sterretje is aan de hemel en hen ziet.

Kennelijk hebben we dat nodig, de dood onschadelijk maken, al was het maar door te zeggen dat iemand voortleeft in het nageslacht.


Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Het is geen sprookje.

Het leven niet en het geloof in Jezus ook niet.

Tenminste niet in die zin dat het gaat om een verhaal dat in het echte leven nooit gebeuren kan.

Een goede afloop is nooit een garantie, ook niet als je gelooft. Dat is de harde waarheid die Jezus laat horen.

Met die waarheid stuurt hij zijn leerlingen op pad en gaat hij de discussie aan met Schriftgeleerden en Farizeeën.

Maar: we moeten wel goed lezen en deze teksten niet los citeren.

De tekst over het zwaard is geen tegelspreuk net zomin als de tekst over een wig die gedreven wordt tussen huisgenoten.

Het zijn geen teksten die een eigen leven kunnen leiden.


Ja, het gaat in de Bijbel over liefde die sterk is als de dood. Over God die leven geeft en de dood overwint.

Laat niemand zeggen dat het anders is.

Het gaat over Jezus die mensen diep in de ogen kijkt en hen liefheeft met een liefde die nauwelijks is voor te stellen.

Juist daarom spreekt hij over het zwaard en over huisgenoten die elkaars vijanden zijn. Dat heeft niets te maken met het feit dat jij je af moet keren van je kinderen, van je ouders,  van je zus, van je broer.

Het gaat niet om het elkaar de maat nemen in geloven.

Het gaat om het elkaar voor de gek houden met geloof dat geen geloof kan zijn. Jeremia legt uit wat je daaronder moet verstaan.

Of liever: door de woorden van Jeremia legt God het uit.


Een groot deel van het volk Israël is in ballingschap in Babel.

Er zijn profeten die zeggen dat het vanzelf goed komt: na een paar jaar brengt God ze wel terug naar hun eigen land.

En dan komen ook de schatten uit de tempel, die door Nebukadnessar geroofd waren, wel weer terug.

Jeremia gaat daar tegen in.

Dat goedkope geloof heb je niets aan, alsof God de pijn van je wegneemt. Het is zelfs vals om elkaar dat voor te houden, nog erger dan een sprookje.

Nee, het volk moet niet gaan zitten afwachten maar het moet leven en werken aan een toekomst.

Huizen bouwen, kinderen krijgen, groot worden.

En dan ontdekken dat God je niet alleen laat, maar je ziet door alles heen en je niet vergeet. Ook hij heeft de toekomst in het oog.

De komende generaties zullen weer wonen in het land waar ze vandaan komen. Leef en vertrouw er op dat God je niet vergeet, dat hij van zijn volk houdt.

Sterker nog, dat hij er altijd zal zijn.

Dat is geloven met uitzicht, met een toekomstperspectief.


Houd elkaar niet voor de gek. Dat is wat Jezus vertelt.

Laat de liefde altijd je leidraad zijn. Waar liefde verdwijnt, verdwijnt God.

En wordt de samenleving hard en meedogenloos, corrupt en rechteloos. Jezus geeft met zijn woorden geen losse spreuken voor tegeltjes.

Hij haalt met zijn woorden de profeet Micha aan.

Micha schetst een verschrikkelijke samenleving, waarin de ene mens niet veilig is bij de ander.

Hij noemt het een dag van straf, wanneer je je naaste niet kunt geloven, je vriend niet kunt vertrouwen, wanneer je op je woorden moet letten, ook bij wie in je armen ligt, je eigen vrouw of man.

De zoon, zegt hij, veracht zijn vader, de dochter verzet zich tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder, en huisgenoten blijken vijanden.

Dat is de bittere werkelijkheid.

Een werkelijkheid die ook Jeremia aan de kaak stelt.

In een samenleving die hard en meedogenloos is, groeien kinderen op zonder perspectief, zo’n samenleving komt niet terug uit ballingschap maar gaat kapot.

Die werkelijkheid, zegt Jezus, zal aan het licht zal komen als mijn woorden worden gehoord. Die werkelijkheid kun je alleen te boven komen als je je vasthoudt aan het uitzicht op God, die redding brengt.


Wanneer ben je Jezus waard? Wanneer ontvang je een beloning? Vertrouwen op God is één ding.

Maar dat is niet alles.

Zeker is dat het niet gaat om afscheid nemen van degenen die bij je horen omdat je Jezus wilt volgen.

Dan draai je de zaken om.

Maar wie Jezus wil volgen, moet doen wat hij deed. En dat zal op onbegrip stuiten, op weerstand.

Wie Jezus wil volgen, ziet de blinde, ziet de zieke, ziet het kwaad in het eigen leven. De laatste dagen stonden in het teken van de afschaffing van de slavernij.

Een groot kwaad dat de samenleving ziek maakte, al zagen de slavenhouders en -handelaars dat in die tijd anders.

Wanneer je machtiger bent dan anderen kun je die anderen dwingen te doen wat jij wilt. Dat is een gedachte zou oud als de mensheid.

En juist daar gaat het fout.

Als de een macht heeft over de ander komt er ruimte voor uitbuiting, voor misbruik, voor opstand, voor haat.

Wie de macht heeft zal denken in vrede te leven, kan uit volle borst zelfs Psalmen zingen over God die gunstig is en genadig, maar het zwaard zal toeslaan.

Dat kwaad blijft aan je kleven, aan jou en aan je kinderen zolang dat niet is benoemd en er geen recht is gedaan.

Zo staat het in de Tien Woorden: tot in het derde en vierde geslacht zal dit kwaad blijven door etteren en ook door God niet vergeten worden.

Erkennen van schuld en vragen om vergeving is de enige weg om dat kwaad van je af te werpen.

Dat geldt voor de slavernij, dat geldt voor iedere situatie waarin de ene mens zich verheven heeft boven de andere.


Wie Jezus volgt leeft anders, doet anders.

Die ziet de andere mens aan met ogen waar de liefde uit straalt. Die stelt zichzelf in dienst van de ander en daarmee van God.

Dat kan betekenen dat je op weerstand stuit, zelfs bij de mensen die je vertrouwd zijn. Ja, Jezus zet de zaken op scherp.

Zijn radicale keuze om goed te doen heeft hem aan het kruis gebracht. En juist dat bracht hem het leven.

Laat je door niemand weerhouden om goed te doen. Amen.